Hoe gaan we in de psychotherapie weer terug naar de bedoeling? Wat was ook alweer de bedoeling van psychotherapie? Hoe kunnen cliënten genoeg plezier, betekenis en verbondenheid ervaren ondanks het gegeven dat het leven moeilijk is?

In deze bijdrage wil ik laten zien dat “De Grote Ommekeer; terug naar de bedoeling[1] in psychotherapie”, een natuurlijke evolutie in complexiteit weergeeft, waarbij elk zelfregulerend levend systeem een impliciet, innerlijk weten heeft. Geïnspireerd door de metafoor van “The Great Turning of De Grote Ommekeer”[2] van Joanna Macy, eco-filosofe, activiste, systeem deskundige en geëngageerd Boeddhiste. Op zowel landelijk niveau, als binnen de psychotherapie als op persoonlijk niveau. Ervan uitgaande dat iedere evolutionaire stap in je persoonlijke of mondiale ontwikkeling gepaard gaat met wat psychiater Kazimierz Dabrowski ‘positieve desintegratie’[3] noemt: het transformeren van de vorige fase (crisis) in een volgende en waarbij crisis een teken is van groei.

Laat vooral weten wat je ervaart bij het lezen van deze bijdrage en hoe jij de grote ommekeer; terug naar de bedoeling in psychotherapie ziet !

Inleiding

Geïnspireerd door bovenstaande metafoor en al langer op zoek naar “hoe weer terug naar de bedoeling in psychotherapie”, ben ik begin 2017 met de opleiding tot Pesso-psychotherapeut begonnen. Als cognitief gedragstherapeut ben ik opgeleid om top-down, vanuit het hoofd (brein) te werken. Met de opleiding tot Pesso-psychotherapeut komen daar bottum-up hart (resonerende empathie en hechting) en handen (lichaamsbesef en zintuigen) bij.

Sommeling -een van de leermeesters van Pesso-psychotherapie in Nederland- laat in zijn eerste artikel (2017) over “De toekomst van Pesso-psychotherapie”, vanuit de eenvoud van de intelligentie van de natuur, in Pesso-taal zien hoe de Pesso-psychotherapie de intelligentie van de natuur al in zich heeft en uitgaat van een nieuw beeld van de werkelijkheid. “Dit nieuwe beeld is niet meer te vergelijken met het oude mechanistische beeld dat de werkelijkheid in losse delen zag die je stuk voor stuk kon bestuderen. Het nieuwe beeld doet daarentegen veel meer denken aan een levend proces, als het functioneren van organen van een levend wezen, aan de interactie van een over en weer in hetzelfde veld bewegende spontane therapeut met een reagerende cliënt met ook eigen opvattingen. Bij Pesso-psychotherapie is de natuurlijke harmonie van lichaam en bewegingen de richtsnoer, waarbij ervaren de meest directe bron van kennis is en uit de ene bestaanswijze zich iets ontwikkelt dat in een andere bestaanswijze manifest wordt” (Pesso, 1992 over “Becoming”).” Aansluitend op de metafoor van The Great Turning; de cliënt als een levend zelfregulerend organisme, die in interactie met zijn of haar omgeving de groeimogelijkheden bij verandering of crisis al in zich heeft.

The Great Turning of de Grote Ommekeer[2] is een metafoor dat door verschillende mensen en binnen verscheidene contexten gebruikt wordt om onze hedendaagse bewogen tijden mee te omschrijven. Iedere historische (r)evolutie of omwenteling ging gepaard met uitdagingen, de noodzaak tot een verandering of een crisis die eraan vooraf ging. De inzichten en ervaringen die het ons mogelijk maken om deze verschuiving tot stand te brengen, stijgen iedere dag in verschillende uitingsvormen en contexten. Ze ontstaan als blijde reactie op doorbraken in het wetenschappelijk denken zoals de theorie van levende systemen als alternatief voor een reductionistisch mechanistisch wereldbeeld. Open systemen trachten niet enkel hun evenwicht te handhaven, maar evolueren ook in complexiteit. Uitdagingen uit de omgeving zorgen ervoor dat een systeem zich ofwel ontbindt of zich reorganiseert rond een nieuwe aangepaste norm. Ook dit is een vorm van feedbackmechanisme. Het laat zien hoe leerprocessen functioneren en hoe wij evolueerden van amoebe tot complexe levensvormen. Maar als ons veranderend gedrag zich niet kan aanpassen tegenover de tegemoetkomende uitdagingen, als het feedbackmechanisme het niet aankan, kan dit uitmonden in een ‘Runaway’. We spreken dan over een defect systeem.

Een ware revolutie begint bij het inzicht dat elk deeltje een belangrijke schakel vormt binnen een systeem (cultuur, organisme) in crisis of ‘in runaway’, naar verandering of evenwicht. Alleen dan besef je dat de kracht of macht niet alleen van bovenuit moet komen (politiek, hoofd) maar ook vanuit de bodem van de gemeenschap en het volk of het lichaam.

Bovenstaande bevindingen lijken soms heel erg logisch maar we mogen in deze niet vergeten dat het klassiek wetenschappelijk model vertrekt vanuit het onderzoeken en analyseren van onderdelen. Daarbij aanschouwd het klassiek wetenschappelijk paradigma het leven als objecten en materie. Het leven is volgens de systeemtheorie een intelligent systeem waarbij de ‘wisselwerking binnen en tussen’ de deelgehelen of holons van uiterst belang is.

Zonder context geen bewijs: Over de illusie van Evidence-Based Practice (EBP) in de zorg

Het verschijnen van het advies van de Raad voor Volksgezondheid en Samenleving (RVS) “Zonder context geen bewijs; Over de illusie van Evidence-Based Practice (EBP) in de zorg”[4], is zo’n grote ommekeer op landelijk niveau. Waarbij EBP vanuit het klassiek wetenschappelijk model vertrekt, vanuit het onderzoeken en analyseren van onderdelen en leven wordt aanschouwd als objecten en materie: “In het huidige zorgsysteem is het monitoren van kwaliteit uitbesteed aan derden en op afstand komen te staan van zorgprofessionals. Het accent is komen te liggen op de externe verantwoording, op standaardisatie en controle, op de wetenschappelijke onderbouwing van het professioneel handelen. Het heeft de aanzet gegeven voor de ontwikkeling van professionele richtlijnen, kwaliteitsindicatoren en volumenormen. Zorgprofessionals zijn meer bezig met het leveren van kwaliteitsinformatie ten behoeve van externe verantwoording dan dat zij hiervan leren. Onbedoeld is een onderzoeksysteem ontstaan dat prikkels bevat voor irrelevant en onbetrouwbaar onderzoek, terwijl veel gangbare zorg onvoldoende is onderzocht.” Ook al betekende EBP in de jaren 80 een revolutie omdat elke professional zich na een kritische beoordeling van de wetenschappelijke literatuur op autoriteit kan beroepen, de Raad acht het sinds juni 2017 van belang om deze praktijk te kantelen naar een situatie waarin zorgorganisaties en zorgprofessionals zelf richting geven aan wat goede zorg is en hun organisatie en werkwijze hierop af te stemmen.

De huidige omwenteling is ontstaan vanwege de onduidelijke inhoud en de tekortkomingen van EBP, wat ook wel het “evidence beest”[5] (Kaandorp, 2017) wordt genoemd. De Raad pleit voor ‘Context-Based Practice’ (CBP), in plaats van ‘Evidence-Based Practice’ (EBP). Dit vanwege het belang van de specifieke context, van de patiënt en van de setting waarin verschillende kennisbronnen worden gebruikt en op basis waarvan besluitvorming plaatsvindt. Dit gaat verder dan het lokaal implementeren van externe kennis. Het betekent een continu proces van samen leren en verbeteren, wat aansluit op leven en leren volgens de systeemtheorie; “waarbij de ‘wisselwerking binnen en tussen’ de deelgehelen van een levend zelfregulerend intelligent systeem van uiterst belang is, waarbij de samenhang, de wederzijdse afhankelijkheid en het co-creëren essentieel is voor zowel ons persoonlijk, intermenselijk en ecologisch welzijn.” Voorgaande laat zien dat ook ons zorgsysteem een open levend systeem is dat niet enkel tracht haar evenwicht te handhaven door zich te beroepen op autoriteit, maar de uitdagingen uit haar omgeving aangaat en – met behulp van het advies van de Raad, als een vorm van feedbackmechanisme – evolueert in complexiteit!

Dat Pesso-psychotherapie de uitdagingen uit haar omgevingen aangaat blijkt uit het artikel “Things keep changing my mind” (2004; Blom en van Dijk); “Het pleit voor de grondlegger van de Pesso-psychotherapie dat Al Pesso steeds weer zijn gedachten over theorie en methodiek bijstelt en zich niet vastklampt aan ooit gestelde zaken. Wat dat betreft kunnen wij, zijn leerlingen, ons ten doel stellen net zo open minded en creatief te blijven als de “meester”. De “new” school is eerder een uitbreiding of verfijning van de methodiek, dan een werkelijke andere nieuwe theorievorming en geven de zekerheid dat body and soul (“old” school) van de Pesso-psychotherapie krachtig genoeg zijn om overeind te blijven!” Hiermee heeft Pesso-psychotherapie een natuurlijke evolutie in complexiteit doorgemaakt en is een voorbeeld van integratie van oud en nieuw in een groter geheel. Helaas zijn de “meesters”, Diana Boyden en Al Pesso, in 2016 overleden en heb ik ze nooit mogen leren kennen.

The mind-body gap can be bridged

Zoals Alan Schore (2001) nieuwe richtingen in psychotherapie in het boek van Winnette en Baylin (2017) samenvat:

“We’re moving to more complex, dynamic systems and holistic models of organism adapting to the environment and the changes that it makes as it adapts to stress, etc. It is now time to put together not just a piece of mind here and a piece of body there. When you focus in on an effect as opposed to cognition you can’t help but then turn it to body because you can’t talk about affect purely in terms of a cognitive state. You’re also talking about changes in heart rate[6], respiration, muscle tension, etc. Affective neuroscience is now moving us more into the body of people like myself and Damasio, etc. are now becoming confident that the mind-body gap, the Cartesian problem, can be bridged. By putting together the psycho-biological models of infancy and adulthood these will lead to more powerful models incidentally in the treatment of psychosomatic disorders.” 

Als cognitief gedragstherapeut opgeleid en jarenlang werkzaam in zowel Winnock (het voormalig Rug AdviesCentrum) als het Kenniscentrum voor Chronische Vermoeidheid, bleef ik klachtgericht praten over gedrag, gedachten en gevoel in termen van een cognitieve staat gebaseerd op EBP, wat voor zo’n 70 % van de cliënten goed werkte. In het artikel van Blom en van Dijk (2005), wordt de vraag gesteld wat therapeuten hun cliënt te bieden hebben op Pesso’s fundamentele uitgangspunt dat voor ieder mens gelukkig zijn het doel van het leven is. Hoe kunnen cliënten genoeg plezier, betekenis en verbondenheid ervaren ondanks het gegeven dat het leven moeilijk is? De standaard therapeutische visie is om inzicht en een (gedeeltelijke) correctieve emotionele ervaring te bieden, (de standaard, die ik als cognitief gedragstherapeut ook hanteerde en tevreden over was). “Zo blijven we praten over affect in een cognitieve staat bij verandering of crisis”, eerder in deze bijdrage verwoord door Schore en van der Kolck in Winnette (2017).

In Pesso-psychotherapie wordt de cliënt geholpen gevoelens en daarmee gepaard gaande onvervulde basisbehoeften te voelen en te verwerken met behulp van een reeks ervaringsgerichte technieken, die een beroep doen op het samenspel van hoofd (brein), hart (empathie, compassie, hechting) en handen (zintuigen en lichaamsbesef). Door de lijfelijke invalshoek komt Pesso-therapie op een dieper niveau (bij wezenlijke conflicten, worden afweerstrategieën verhelderd en onvervulde behoeften alsnog symbolisch vervuld)[7] en worden nieuwe helende herinneringen en ervaringen eigen gemaakt. Zo ontstaat – soms voor de eerste keer – contact met ons ware, oorspronkelijke zelf.

In het werken op het snijvlak van psyche en soma weet ik nu wat de toevoeging is van het echte lijfelijke werk. Ik heb de afgelopen anderhalf jaar aan den lijve mogen ervaren dat Pesso een bottum-up countershape van het top-down evidence based denken kan zijn. Zou Pesso-psychotherapie een ervaringsgerichte holistische werkwijze kunnen zijn, die uitgaat van de mens als zelf organiserend natuurlijk organisme, waarbij crisis juist een teken is van groei en transformatie?

Pesso-psychotherapie; een unieke integratie van “mind-body and brain” .

In Winnette & Baylin (2017) worden de nieuwe inzichten van Pesso, die parallel lopen met de recente ontdekkingen in de neurowetenschappen, helder beschreven met behulp vele uitgewerkte praktijkvoorbeelden van therapiesessies. Het boek geeft weer waarom Pesso-psychotherapie (internationaal Pesso Boyden System Psychomotor (PBSP)-psychotherapy) een unieke integratie van “mind-body and brain-based” behandelaanpakken is bij volwassenen met een ontwikkelingstrauma; “Trauma wat vroeg in de hechtingsrelatie plaats heeft gevonden, creëert een map, een intern werkmodel, welke onderdeel is van de emotionele rechter breinstructuur. De inprenting van het trauma wordt onderdeel van de zich ontwikkelende persoonlijkheid en de complexe manier van functioneren in de wereld. Daarom kan het niet zomaar “reversed” worden door erover te praten en begrijpen wat er gebeurd is (van der Kolk, 2014). Interventies, zoals door de ervaringsgerichte technieken van de Pesso/PBSP-psychotherapie, moeten de rechterhemisfeer bereiken, welke emotioneel, impliciet en sociaal geheugen verwerken en opslaan. Allan Shore (2001) legt uit dat vroegkinderlijk trauma impact heeft op de rechterhemisfeer en de rechter orbitofrontal cortex . Deze centrale gebieden worden geassocieerd met vele psychologische problemen en zijn verantwoordelijk voor empathie, het verwerken van emotionele ervaringen, vertrouwen, een affectieve theory of mind en evaluatie van sociale signalen”.

In “De opstand van het lichaam; herken de signalen van je lichaam” van Alice Miller (auteur van Het drama van het begaafde kind) wordt bovenstaande nog eens bevestigd en gaat het om de vraag wat voor een consequentie de verdringing van onze echte en krachtige emoties heeft voor het lichaam. Het lichaam draagt volgens Miller alle ervaringen van het leven met zich mee en laat haarscherp merken welke basisbehoeften nog vervuld moeten worden. Veel mensen dempen liever met drugs, medicijnen of alcohol dan dat zij luisteren naar de signalen van hun lichaam. Alice Miller maakt in dit boek duidelijk dat emotionele pijn van voorbijgaande aard is en dat genezing mogelijk is; “Men kan de boodschappen van het lichaam negeren of ermee spotten, maar het loont altijd de moeite aandacht te schenken aan de opstand van het lichaam. De taal van het lichaam is namelijk de authentieke expressie van ons ware zelf en van de kracht van onze vitaliteit.”

Miller geeft aan dat wanneer de cliënt het geluk heeft te worden begeleid door een empathische wetende getuige – zoals ook gebruikt bij microtracking bij de Pesso-psychotherapie – de cliënt zijn angst voor de ouders (of autoriteit) kan ervaren en begrijpen en geleidelijk destructieve bindingen kan opheffen. “De positieve reactie van het lichaam zal niet lang op zich laten wachten; de mededelingen van het lichaam worden steeds belangrijker, ze spreken niet meer in raadselachtige symptomen. Vertrouwd raken met de geschiedenis van het kind, stopt het vrezen en naspelen (herhalingsdwang) van deze geschiedenis. Cliënt kan zich steeds beter oriënteren in de wereld van nu (new map) en het heden onderscheiden van het vroegere.” Verder geeft ook Miller blijk van evolutie in complexiteit met de verdieping van haar kijk op de zwarte pedagogiek, door zich te verdiepen in het verband tussen lichaam en de (vergiftigde) moraal.

Daarin stuitte zij op het inzicht dat het lichaam een leven lang voedsel blijft zoeken dat het in de kinderjaren zo dringend nodig had, maar nooit ontving. Volgens haar ligt daarin de bron van het lijden van talloze mensen. Een gegeven wat Pesso in de basisbehoefte voeding terug laat komen.

Zoals ook Sommeling (2017) concludeert kan Pesso-psychotherapie zich – misschien wel beter dan welke therapieschool – herkennen in de nieuwere werkelijkheidsbeschrijvingen. Als je daar de metafoor van The Great Turning op aansluit en uitgaat van de mens als een zelfregulerend organisme, door positieve desintegratie evoluerend in complexiteit, sluit dit naadloos aan bij het geloof in het ‘innerlijk weten’ van de cliënt, waar Pesso Psychotherapie in gelooft. Al Pesso en Diana Boyden, als professioneel dansers opgeleid in de jaren 60 vorige eeuw en gefascineerd door lichamelijke expressie, gaan uit van dit “innerlijk sjabloon” dat we hebben van hoe het hoort te gaan.

Hiermee is Pesso-psychotherapie mogelijk onderworpen aan de wet van de remmende voorsprong. Als eenling in de wereld van de reguliere EBP-therapieën, heeft zij hard moeten knokken om haar bestaansrecht te verdedigen. De realiteit vraagt ons om de deuren te openen en te zoeken naar verbinding zonder onze eigenheid als Pesso-psychotherapeut te verliezen” aldus Cuppen (2014), opleider Pesso-psychotherapie.

Cuppen (2014), maakt een vergelijking tussen de visie van Pesso en Young (schemagerichte therapie); de één bottum up (vanuit het lichaam) en de ander top down (vanuit cognities) ontstaan, bevatten identieke ideeën over wat ten grondslag ligt aan psychisch lijden en wat we er therapeutisch gezien aan kunnen doen. Beiden benadrukken het belang van basisbehoeften en gebruiken reparenting als techniek, om correctieve emotionele ervaringen aan te bieden, die kunnen leiden tot gezondere keuzes en gezonder gedrag in de actualiteit. Pesso heeft daarbij een manier gevonden om het lichaam en lichamelijke interactie op een zorgvuldige, veilige en respectvolle manier te betrekken in de behandeling. Hierdoor vindt de nieuwe ervaring niet slechts in woorden of in verbeelding plaats, maar ook in lijfelijk contact met anderen.

Zoals Cuppen in de titel van haar keynote stelt: “Ervaren doe je met je lichaam. Dan ontvouwt zich de betekenis”; Het lichaam heeft zijn eigen geheugen. In die zin ontstaat er al betekenis voor woorden. Voor Pesso-therapeuten is het dan ook een ervaringsfeit, dat het lichaam soms de informatie geeft, waar het denken niet toereikend is. Eerst is er energie (in het lichaam), dan actie (vanuit het lichaam), dan interactie (met de ander), dan bevrediging, dan betekenis, dan internalisatie. Volgens Pesso ligt in onze genen de verwachting van de bevrediging van onze basisbehoeften klaar. Ze moeten op de juiste manier bevredigd worden, op de juiste leeftijd door de juiste mensen uit de familie. Niet teveel en niet te weinig. Gebeurt dat onvoldoende dan ontstaat er pijn i.p.v. plezier, eenzaamheid i.p.v. verbondenheid, frustratie i.p.v. bevrediging en zinloosheid i.p.v. betekenis. En onvervulde basisbehoeften blijven zoeken naar bevrediging, vaak met teleurstelling tot gevolg, omdat het juiste moment voorbij is. Ze zoeken bevrediging bij partners, vrienden, kinderen, enz. .

Haute couture versus prêt a porter.

In de schema’s van Young zie je deze conclusies terug, die door het kind getrokken zijn, wanneer de basisbehoeften niet passend, bevredigend zijn, aldus Cuppen. Deze conclusies worden dan vervolgens in het volwassen leven bevestigd, omdat de persoon onbewust zijn geschiedenis herhaalt. Terwijl binnen de schemagerichte therapie een ontwikkeling zichtbaar is naar meer experiëntieel werken (Young merkte op , dat experiëntiele technieken de meest diepgaande verandering veroorzaken) zei Pesso in een interview dat hij een “verbal guy” geworden is. Het lijkt erop dat Young en Pesso beiden beseffen dat je zowel woorden als beleving nodig hebt, om diepgaande verandering te bewerkstelligen. Het lichaam als drager van betekenisvolle informatie kan hier een belangrijke bijdrage aan leveren. Zoals Pesso formuleerde; “Op het lichaam gebaseerde ervaringen uit ons verleden zijn de bron van onze impliciete en expliciete herinneringen”. De Pessowerkwijze kent dan ook een grote precisie. Steeds wordt gezocht naar de best passende interactie op wat de cliënt laat zien en horen (shape-countershape) met behulp van microtracking en door de binnenwereld van de cliënt te externaliseren, zodat doormiddel van rollenspel – onder regie van de cliënt- nieuwe synthetische herinneringen kunnen worden gecreëerd; een ervaring met ideale ouders, die de cliënt lijfelijk en in woorden geven wat hij op een bepaalde leeftijd eigenlijk nodig had gehad (reparenting). Cuppen geeft aan dat dit de kern van het Pessowerk is en vergelijkt de Pesso-psychotherapie wel eens met “haute couture”; helemaal afgestemd op deze persoon met deze behoefte. De experiëntiele schematherapie is dan meer “prêt a porter”; de jas die meerdere mensen moet passen. Het werken met rolfiguren heeft nog een ander voordeel schrijft Cuppen; de therapeut hoeft de rol van een betere ouderfiguur niet op zich te nemen. Reparenting wordt voor een belangrijk deel door groepsgenoten of objecten -bij individuele therapie- in de rol van ideale ouders, i.p.v. door de therapeut, zoals bij schemagerichte therapie gebeurt. De therapeut blijft daardoor de begeleider van het proces. Er is een duidelijker afbakening van rollen en lichamelijke interactie wordt methodisch ingezet.

Leren van elkaar

Aan de andere kant kunnen Pesso- psychotherapeuten weer leren van de EBP groepsbehandeling voor mensen met een borderlinepersoonlijkheidsstoornis van Farrell en Shaw volgens Cuppen, waar Pesso-psychotherapeuten bij de sharing na een structure groepsleden actiever kunnen betrekken door meer accent op de groep te leggen. Dit vergroot weer de groepscohesie en werkt heel verbindend, waardoor het therapeutisch potentieel van de groep meer benut kan worden. Cuppen gaat verder nog in op de verwantschap tussen Pesso-psychotherapie en EMDR waar de verwantschap vooral in het vertrouwen in het proces van innerlijk weten van de cliënt ligt. De therapeut is bij beide werkwijzen vooral de begeleider van het proces, waarbij de cliënt zowel door EMDR-technieken als bij Pesso door microtracking – via de rol van de getuigefiguur, die zonder oordeel waarneemt- de cliënt helpt in het hier en nu gefocussed te blijven op wat er innerlijk gebeurt, wanneer de cliënt stilstaat bij pijnlijke gebeurtenissen uit zijn leven. Bij beide technieken staat voorop dat zich als vanzelfsprekend een betekenisvol proces zich ontvouwt, waarin de cliënt zelf aangeeft wat er nodig is of wat de oplossing is.

Holes in roles

De laatste ontwikkelingen van de new school in Pesso-psychotherapie kunnen volgens Cuppen een belangrijke bijdrage leveren aan het veld. Het idee van parentificatie of te vroeg ontwikkelde empathie met de gebreken en het leed van ouders en familieleden, heeft Cuppen therapeutisch/technisch nergens zo goed uitgewerkt gezien als bij Pesso. Hij noemt dit “holes in roles”; belangrijke figuren in het leven van het kind waren beschadigd in het uitoefenen van hun rol. Als een kind bijvoorbeeld ervaart dat moeder niet goed behandeld wordt door vader, aldus Cuppen, zal het onbewust in dit gat in de echtelijke relatie stappen en wordt het a.d.w. de partner van moeder. De prijs die daarvoor betaalt, is dat het zijn eigen basale behoeften moet ontkennen en dat deze onvoldoende vervuld worden. De omnipotente zorgverlener, die slechts kan geven , was zo’n kind dat te vroeg zorg gedragen heeft voor anderen met als gevolg dat hij of zij nu als volwassene zijn eigen behoeften niet voelt, en niet meer ontvankelijk is voor wat anderen hem willen geven.”

Al twee keer burn-out geweest met psychosomatische klachten, kan mij ook -als omnipotente zorgverlener- de vraag gesteld worden voor wie ik (te vroeg) gezorgd of empathie gehad heb.

“In de schemagroep zijn dat bv. de mensen met de schema’s zelfopoffering en emotionele verwaarlozing (waar ik zelf ook hoog op scoor). Hoewel uiteindelijk disfunctioneel bieden deze schema’s, waarbij cliënten vaak langdurig te veel van zichzelf vragen (de overcompenserende modus levert ook zo veel voordelen op (erkenning en waardering), dat ze heel hardnekkig zijn en moeilijk te veranderen.”

Uit ervaring weet ik dat het lastig is om de omnipotente positie op te geven, ervaar ik -zoals Pesso aangeeft- dat holes in roles een onbewust proces is en heb ik meerdere rescriptings voor de behoeftige ouder nodig gehad. Langzaam voel ik meer ruimte om stil te staan bij wat ik nodig heb en kan ik me openstellen voor wat de ander mij te bieden heeft. Pas in de opleiding ben ik gestart met verbinding maken met mijn kwetsbare kant en kom ik meer in contact met mijn ware, oorspronkelijke zelf.

Een inspirerende tekst van Brown (2017)[8] weerspiegelt mijn eigen proces van “positieve desintegratie” in contact met hart en ziel:”True belonging is not something you negotiate externally, it’s what you carry in your heart. It’s finding the sacredness in being a part of something. When we reach this place, even momentarily, we belong everywhere and nowhere. That seems absurd, but it’s true. Carl Jung argued that a paradox is one of our most valued spiritual possessions and a great witness to the truth. It makes sense to me that we’re called to combat this spiritual crisis of disconnection with one of our most valued spiritual possessions. Bearing witness to the truth is rarely easy, especially when we’re alone in the wilderness. But as Maya Angelou tells us, “The price is high. The reward is great.””

Conclusie

Terugkomend op mijn beginvragen “Hoe gaan we in de psychotherapie weer terug naar de bedoeling? Wat was ook alweer de bedoeling van psychotherapie? Hoe kunnen cliënten genoeg plezier, betekenis en verbondenheid ervaren ondanks het gegeven dat het leven moeilijk is?” hoop ik, dat we als psychotherapeuten weer kunnen vertrouwen op het innerlijk weten van onze cliënten en een crisis als een kans tot (positieve des)integratie, groei en ontwikkeling kunnen zien.

Zelf nog volop in ontwikkeling als mens en psychotherapeut, heb ik aan den lijve moge ervaren dat psychotherapie een samenspel is tussen hoofd, hart en handen in interactie met de omgeving. De ene therapieschool is niet beter dan de andere, waarbij ieder voor zich in al zijn omnipotentie zijn evenwicht probeert te handhaven door zich te beroepen op de autoriteit van de wetenschap (EBP). Hopelijk komt er nu een tijd waarbij de samenhang, de wederzijdse afhankelijkheid en het co-creëren essentieel is voor zowel ons persoonlijk, intermenselijk en ecologisch welzijn waarbij we de uitdagingen uit onze omgeving aangaan en met hart en ziel evolueren, transcenderen, overstijgen en omvatten of hoe je het ook noemen wil in complexiteit. Mogelijk naar een integraal medisch model [9] met integraal geïnformeerde gezondheidsmedewerkers die zelf als mens voldoende plezier, betekenis en verbondenheid in hun werk ervaren. Waar we cliënten laten ervaren dat “we are made to be happy in an imperfect world that is endlessly unfolding and we human beings are the local agents of that cosmological unfolding”, aldus Pesso.

Literatuur

Blom, A. & Van Dijk, A. (2005). Things keep changing my mind…; Ontwikkelingen in theorie en praktijk van de Pesso-psychotherapie najaar 2004.  Tijdschrift voor Pesso Psychotherapie, 21, 30-42.

Brown, B. (2017). Braving the Wilderness: The Quest for True Belonging and the Courage to Stand Alone. New York: Random House.

Cuppen, M. (2014). Ervaren doe je met je lichaam. Dan ontvouwt zich betekenis. Keynote Pesso Symposium: “Het geheel is meer dan de som der delen”, november 2014

Kaandorp, M. (2017) Het evidence beest. In het Tijdschrift voor Pesso-psychotherapie 2017.

Miller, A. (2004). De opstand van het lichaam; Herken de signalen van je lichaam.Houten: Het Spectrum bv.

Pesso, A. (1992). On becoming. Nederlandse vertaling (2015) in Tijdschrift voor Pesso-psychotherapie.

Sommeling, L. (2017). Heeft de Pesso-psycho psychotherapie toekomst; Een nieuw zicht op de mysterieuze werkelijkheid. Tijdschrift voor Pesso Psychotherapie, 31, ?

Winnette, P. & Baylin, J. (2017). Working with traumatic memories to heal adults with unresolved childhood trauma; neuroscience, attachment theory and Pesso Boyden system psychomotor psychotherapy. London: Jessica Kingsly Publishers.

[1] https://verdraaideorganisaties.nl/wp-content/uploads/2015/11/verdraaide-zelforganisaties.pdf

[2]Vrije vertaling door David Jellinek uit Joanna Macy’s boek ‘Coming back to life’ over de systeemtheorie; https://greatturning.wordpress.com/2011/11/10/levend-open-systeem/

[3] https://nl.wikipedia.org/wiki/Theorie_van_positieve_desintegratie

[4] https://www.raadrvs.nl/uploads/docs/Zonder_context_geen_bewijs.pdf

[5] https://www.ntvg.nl/academie/podium/internist-yvo-smulder-het-evidencebeest

[6] Bijgaand een aantal linken die op de verdere uitwerking van de affectieve uitwerking van onze intelligentie ingaan, waar gewezen wordt op de intelligentie van het hart, wat deze affectieve vermogens van de ziel verder uitwerkt en gebaseerd is op Heart Rate Coherentie-training van Heartmath:

https://www.heartmath.org/resources/videos/hearts-intuitive-intelligence/ https://www.youtube.com/watch?v=l8dKcvROnl4

Chapter 01: Heart-Brain Communication

[7] http://23ypta3yt6afmoqg6271v6b1.wpengine.netdna-cdn.com/wp-content/uploads/2016/09/Pesso-brochure-2017-2018-1.pdf, p.4

[8] (https://ideas.ted.com/finding-our-way-to-true-belonging/):

[9]http://www.kenwilber.com/Writings/PDF/ForewordIntegralMedicine_OTHERS_2003.pdf