Een tijdje geleden wees iemand mij op de Positieve desintegratie theorie van de Poolse psychiater/psycholoog Dr. Kazimierz Dabrowski (1902-1980). Dit is een persoonlijkheidstheorie over hoogbegaafdheid die naar mijn idee ook veel van de problemen waar hooggevoelige mensen mee te maken hebben, op een positieve manier verklaart en misvattingen over psychische overprikkeling rechtzet.

Ik wil niet beweren dat alle hooggevoelige mensen ook hoogbegaafd zijn en andersom; ik denk wel dat er een correlatie tussen hooggevoeligheid en hoogbegaafdheid bestaat. In elk geval herken ik buitengewoon veel van de hieronder genoemde eigenschappen in de hooggevoelige mensen die ik ontmoet. Dit artikel heb ik gecompileerd uit de informatie die ik op internet kon vinden. Belangrijk was hierbij een stuk dat Alice Brahan in 2005 schreef voor Hoogbegaafd Vlaanderen. Er zijn nieuwe uitgaven op amazon.de “Personality-Shaping Through Positive Disintegration” en “Positive Disintegration”. https://positivedisintegration.com/ heeft alle werken in rudimentaire vorm. Er zijn andere boeken zoals “Livng with Intensty”  van Daniëls en Piechowski, (2009). Klik hier voor meer  info. Ook in het boek van Linda Kreger Silverman, waar ik op deze pagina vaker naar verwijs, staat een heel stuk over  de Positieve Desintegratie Theorie.

Dabrowski kwam tot de conclusie dat hoogbegaafde mensen bij problemen vaak verkeerd gediagnosticeerd worden en ten onrechte een etiket opgeplakt krijgen als borderline, ADHD, autismespectrumstoornis, bipolaire stoornis, psychose etc. Volgens Dabrowski hebben  hoogbegaafden een ontwikkelingsvoorsprong die een verhoogd niveau van bewustzijn en ook veel emotionele beroering met zich mee brengt. Het gaat hierbij niet om stoornissen in de persoonlijkheid, maar om het pijnlijke proces van positieve desintegratie.

Dabrowski’s positieve desintegratie theorie is gebaseerd op de basisaanname dat een rudimentair level van ontwikkeling moet plaatsvinden voordat er een hoger level van hogergelaagde multilevel organisatie van de psyche kan ontstaan. Crisis en periodes van disbalans worden gezien als positieve groeispurts en hiermee geeft de theorie “landmarks” waarmee individuen hun voortgang van ontwikkeling kunnen monitoren.

Het ontwikkelingspotentieel voor het hogergelaagde multilevel bewustzijn is sterker bij de begaafde populatie, maar de realisatie kan levenslang duren. Maar 30% is geïnteresseerd in het onderzoeken van de factoren die leiden tot universele compassie. En nog minder kiezen dit levenspad. Degene die zich aangesproken voelen tot deze innerlijke weg hebben potentieel voor hogergelaagde ontwikkeling.

Dabrowski onderscheidt vijf ontwikkelingsstadia bij mensen, die uiteindelijk leiden naar een niveau van grote autonomie, authenticiteit en empathie. Hij ziet de emotionele ontwikkeling van het individu als een aanjager om te stijgen naar een hoger niveau. Dit proces verloopt via desintegratie. De bestaande emotionele en cognitieve structuren van de persoon vallen als het ware uiteen om structuren van een hoger niveau te kunnen ontwikkelen. Dabrowski ziet innerlijke conflicten niet als negatief, maar als een aanwijzing dat iemand aan het groeien is.

Hieronder volgen de kenmerken van de vijf ontwikkelingsstadia van Dabrowski.

Niveau 1 Pervasief egocentrisme (primary integration):

Egocentrisch, geen zelfreflectie, geen innerlijk conflict, geen eigen verantwoordelijkheidsgevoel, weinig empathie, veel belangen conflicten, aangepast.

Niveau 2 Eénlagige desintegratie:

Oppervlakkig en richtingloos, innerlijke conflicten, met als gevolg onzekerheid, humeur schommelingen, depressie, onrust, psychosomatische klachten, behoefte aan bevestiging en waardering, in cirkeltjes draaien, heen en weer gesleurd worden tussen verschillende mogelijkheden, zich opofferen voor anderen om een goed gevoel over zichzelf te hebben, empathie door samenvallen met de ander, waardering eisen voor hun zorg voor anderen, schuldgevoelens door het niet voldoen aan verwachtingen van anderen, schuld gebruiken om anderen te manipuleren.

Velen blijven steken op dit niveau om zichzelf te beschermen tegen verdere desintegratie. Sommigen transformeren en groeien naar niveau 3

Niveau 3 Spontane meerlagige desintegratie:

Start meerlagige organisatie van de psyche. Deze desintegratie is een zeer pijnlijk proces, sommigen noemen het een hel of een nachtmerrie: veel innerlijk conflict, maar het krijgt richting en leidt tot emotionele groei; zo ontwikkelt zich een eigen waarden- en normensysteem dat het gedrag gaat sturen, groei naar positieve onaangepastheid, conflict tussen het huidige en het ideale ik, ontevreden met zichzelf, existentiële angst, intense morele conflicten, groeiend besef van persoonlijke autonomie, ‘er is meer…’, achterlaten van oude zekerheden, loslaten van de behoefte aan goedkeuring, steeds meer geloven in zichzelf en vertrouwen op eigen oordeel, anders durven zijn dan anderen, mensen in hun omgeving durven te kwetsen door zichzelf te worden, stijging van de eigenwaarde, een eigen leven creëren, zuivere empathie, overvloedige creatieve energie waarmee een bijdrage aan de wereld kan worden geleverd.

Op dit niveau zien mensen hun eigen lijden onder ogen en krijgen ze inzicht in hun proces. Daardoor kunnen ze anderen werkelijk bijstaan in hun pijn, zonder hen er snel van af te willen helpen. Deze mensen lijken misschien afstandelijk, in werkelijkheid raken ze juist dieper verbonden.

Niveau 4 Georganiseerde meerlagige desintegratie:

De persoon kan nu zijn ontwikkeling via innerlijk conflict sturen, het autonome waarden- en normensysteem wordt sterker, toename van rust, zuivere empathie, verantwoordelijkheidsgevoel, authenticiteit, zelfverwerkelijking, zelfbewustzijn, zelfreflectie, zelfperfectie, dienstbaarheid, maar niet ten koste van zichzelf, zelfacceptatie in plaats van schaamte en schuld, het ‘streven’ valt weg: het gebeurt gewoon; innerlijk conflict, faalangst en weerstand nemen af, het zelfsturend vermogen wordt steeds sterker; groot mededogen voor de pijn van anderen zonder er zelf door overweldigd te raken

Niveau 5 Empatisch altruisme (secundary integration):

( aanvulling Elizabeth Berman: dit statement is m.i. achterhaald. In mijn ogen gaat het om leren ervaren van de Ware natuur en juist niet om het worden van de ideale persoonlijkheid. Naarmate we de essentie gaan ervaren van wie we zijn, hoeven we minder en minder te hechten aan een persoonlijkheidsideaal..)

Innerlijke conflicten verdwijnen door het bereiken van het persoonlijkheidsideaal (wat ik kan en wil zijn). Eigen waarden en normen besturen het alledaagse leven, denken en voelen gaan harmonieus en flexibel samen, Empathie en altruïsme zijn prominent aanwezig, men ervaart zichzelf als één met het universum.

Dabrowski

Volgens Dabrowski bevinden de meeste mensen zich heel hun leven op niveau 1. Sommigen bereiken niveau 2 en blijven daar hangen, terwijl ze hun verdere leven met angsten en neurose kampen. Zij blijven in de desintegratie steken. Een klein deel van de bevolking bereikt niveau 3 en misschien zelfs niveau 4. Niveau 5 wordt slechts bereikt door enkelingen als de Dalai Lama, Thich Nhat Hanh, Mahatma Ghandi, Moeder Theresa. Sommige mensen functioneren op twee of drie niveaus tegelijk.

Dabrowski noemt drie krachten die de ontwikkeling naar de hogere niveaus beïnvloeden:

  1. De aanleg: de mogelijkheden en capaciteiten die iemand bij geboorte heeft meegekregen
  2. De invloeden van de sociale omgeving
  3. Het verlangen om te groeien en om hier bewust en actief mee bezig te zijn.

Volgens hem bestaat iemands groeipotentieel uit zijn aangeboren aanleg, vijf kanalen van waarneming en beleving (‘psychic overexcitabilities’) en de wil om te groeien.
Overexcitabilities’ zijn belevingskanalen. Wanneer zo’n kanaal wijd open staat dan vertoont de betrokken persoon voor die belevingsdimensie, een meer dan gemiddelde prikkelgevoeligheid op wat er binnen komt. Door een grotere gevoeligheid van het zenuwstelsel voor innerlijke en uiterlijke indrukken wordt het leven dieper ervaren. Het gaat om volgende dimensies: psychomotorisch, zintuiglijk, intellectueel, verbeelding en emotioneel.

OverExcalibility (OE) betekent dat de realiteit op een kwalitatieve andere manier ervaren wordt. Intelligentie maakt dat begaafden problemen kunnen oplossen terwijl OE de passie toevoegt om ze op te lossen. Overgoten met energie, excitement, enthousiasme, imagination en extase ; begaafden beleven het in een hogere versnelling.

OE verschaft de rijke textuur van het leven van de begaafden. Frank (2006 in Silverman 2013)

Nadpobudliwosc (Pools) betekent superstimulabel = capaciteit voor een sterkere neurologische reacties (Falk, Piechowski, Lind, 1994 in Silverman, 2013).

  • Psychomotorisch:

een grote aanleg om actief en energiek te zijn. Kenmerken: grote beweeglijkheid, opgewondenheid, snel praten, impulsiviteit, bezig willen zijn, lichamelijke onrust, gedrevenheid, competitiviteit, moeite met ontspannen

  • De zintuiglijke waarneming en beleving.

Kenmerken van grote aanleg voor zintuiglijk genieten: verfijnde en verhoogde zintuiglijke gevoeligheid, sterk genieten van schoonheid, kunst, literatuur, muziek, vormen, de natuur, drang naar comfort en luxe, behoefte om bewonderd te worden en in de schijnwerpers te staan, gevoelig voor sterke prikkels zoals fel licht, intense geuren, hard geluid, ruwe kleding of kledingetiketjes,

  • Intellectueel.

Kenmerken van grote intellectuele honger (dit is niet hetzelfde als intelligentie en geen verwijzing naar klinkende diploma’s):
Een constante drang naar het vergaren van kennis, zoeken naar de waarheid, onophoudelijk vragen stellen, alles analyseren en synthetiseren, gefascineerd zijn door logica en theoretische problemen, scherp observatievermogen, onafhankelijk denken, kritisch zijn, symbolisch denken, ontwikkelen van nieuwe ideeën en concepten, sterk in het leggen van verbanden, denken over het eigen denken, grote nieuwsgierigheid.

  • Verbeelding.

Kenmerken van een grote aanleg qua verbeeldingskracht: vaak gebruiken van beelden en metaforen in taal, poëtisch taalgebruik, sterk vermogen tot levendige visualisaties met vele details, inventief en fantasievol, snel wegdromen bij verveling, vluchten in fantasie- en droomwereld, imaginaire vriendjes, dramatiseren, magisch en animistisch denken, creatief, innovatief, groot gevoel voor humor, beelddenken.

  • Emotioneel.

Kenmerken van grote emotionele intensiteit en sensitiviteit: complexe gevoelens en emoties, intense gevoelens, sterk en verfijnd gevoelsbewustzijn, sterk vermogen tot empathie, sterke gehechtheid aan personen, dieren of plaatsen, inhibitie (verlegenheid), opwinding, psychosomatische klachten, stemmingswisselingen, sterke gevoelsherinneringen van ervaringen in het verleden, bezig zijn met de dood, angsten, depressie, intens gevoel van eenzaamheid, existentiële leegte, sterk verantwoordelijkheidsgevoel, schuldgevoelens, zelfmoordgedachten, scherp rechtvaardigheidsgevoel, mogelijkheid voor sterke verbindingen, somatische expresie (blozen),

Via zelfreflectie en zelfbeschouwing kan men een positieve relatie met zichzelf opbouwen en via medeleven en wederkerigheid ook een relatie met anderen.

Emotionel Overexcalibility (EO) is het hart van Dabrowski’s desintegratie theorie.

Individuen met een hoge EO zijn teder en zorgen voor de gevoelens van anderen. Als kind komen ze vaak op voor de zwakkere of gaan naar de docent als een kind niet eerlijk behandeld wordt. Ze voelen zich vaak verantwoordelijk voor het emotioneel welzijn van een groep of een familie.

EO is op te splitsen in 2 factoren, namelijk emotionele intensiteit en empathie; empathie is een sterke indicator voor begaafdheid.

Naast compassie, zorgen en verantwoordelijkheid ligt de significantie van het diepe en perceptieve voelen in empathie als een weg van weten; een andere onontgonnen overexcalibility van begaafden (Jackson et al., 2009 in Silverman 2013).

De keerzijde van empathie is dat begaafden ook kwetsbaarder zijn. Ze hebben moeite met wreedheid in films, televisieprogramma’s, boeken, reclame en kinderspelletjes. Het is alsof ze er als getuige bij zijn. Er is als het ware een permeabel membraam tussen echt en ingebeelde ervaringen, vooral als zowel de emotionele als de imagianaire OE sterk zijn. Dan is het ook moeilijk om wrede, verstorende  beelden uit hun hoofd te krijgen.

De intensiteit van hun emotionele reacties kunnen overdreven overkomen op geestelijke gezondheidsprofessionals die niet bekend zijn met emotionele OE en misdiagnoses liggen hiermee op de loer.

Perfectionisme

Perfectionisme kan gezien worden als de manifestatie van Emotionele OE: de gedrevenheid voor zelf-perfectie welke het hele ontwikkelingsproces ondersteunt; de capaciteit voor innerlijke transformatie en die als een persoonlijke functie, die dramatisch varieert naar gelang het niveau van persoonlijke ontwikkeling. Een hoger niveau van ontwikkeling is alleen toegankelijk voor degene die in staat zijn om hun potentieel voor groei te herkennen, ernaar verlangen om hun ware zelf te worden, en de wil kunnen mobiliseren om innerlijke obstakels in hun transformatie te overkomen. Dit is perfectie in dienst van ontwikkeling.

Perfectionisme uit zich op elk niveau van ontwikkeling totaal anders. het komt voort uit een andere bron en heeft een significant verschillende impact op de persoonlijkheid.

Level I (op de ander gericht perfectionisme; “what have you done for me lately!):

– perfectionisme zonder scrupules met veel zelf-vertrouwen;

– Zonder de ontwikkeling van empathie, zijn individuen vooral narcistisch.

– Anderen moeten voldoen aan hun verwachtingen. Ze zijn veeleisende taakmeesters die geen fouten tolereren. Hun affectie is voorwaardelijk gekoppeld aan hun mogelijkheid om anderen onder controle te houden.

–  Door de afwezigheid van zelf-reflectie, kunnen individuen  op dit niveau altijd wel een reden vinden om de ander de schuld te geven. Zij zijn zelf nooit fout.

Level II ( wat je ook doet, het nooit goed genoeg is); typische eenlagige ontwikkeling.

Lage eigenwaarde en inferieur voelen aan anderen. Hun stereotype waarden zijn geintrojecteerd van familie, vrienden, kerk, televisie en de film. Ze vergelijken zichzelf met anderen en voelen zichzelf hierin tekort schieten. Anderen zijn slimmer, rijker, gelukkiger, aantrekkelijker en gelukkkiger. Smachtend naar waardering van anderen, zijn ze extreem angstig over de mening van anderen over hen. Ze hebben geen interne hierarchie van waarden, geen innerlijk compas om zichzelf te begeleiden. Ze hebben ambivalente gevoelens en doen tegengestelde acties en zijn makkelijk te leiden door mensen zonder scrupules van level I, die meer zelfvertrouwen hebben. Eenlagigeontwikkeling is een voedingsbodem voor de onzekerheden gemeten door de meeste perfectionismeschalen.

Meerlagige ontwikkeling laat een ander type inferioriteit naar voren komen; inferioriteit aan eigen idealen; een innerlijke hierarchie van waarden geeft diepte aan de persoonlijkheid.

Level III Start meerlagige ontwikkeling; Individuen herkennen eigen potentieel om hun visie te actualiseren.

Pijnlijk gat in wat kan zijn en wat is in hunzelf. Ze zijn niet langer overgeleverd aan de groepsgedachte, ze beginnen hogere idealen te omarmen en verwerpen de minder betrokken delen van zichzelf, die niet passen bij deze idealen. Zijn zich pijnlijk zelfbewust van delen van zichzelf die impulsief, wraakzuchtig, zielig, imitatief zijn. Innerlijke transformatie vraagt complete commitment waar niets wordt teruggehouden. Jezelf in projecten onderdompelen is de eerste stap van de reis.  Meerlagige individuen worden volledig in beslag genomen door hun werk en streven ernaar om hun uiterste best te doen. Ze zijn niet bezig om hiervoor bevestiging te krijgen. Worden niet verstoord door de kritiek van anderen of door hun innerlijke criticus. Brengt hun in een staat van Flow (Csikszentmihalyi, 1990). Deze perfectionistische ijver is al eerder geidentificeerd door Maslow (1971)wat onlosmakelijk met het proces van zelf-actualisatie verbonden is. De worsteling om iemands vaardigheden te perfectioneren is een nodige stap in het vervullen van de realisatie van iemands potentieel. Als therapeut kan je clienten aanmoedigen om totaal geabsorbeerd te worden door iets en om poses, weerstand en verlegenheid te vergeten om zich er vervolgens helemaal aan over te geven.  Perfectionisme in dienst van je persoonlijkheidsideaal voedt het proces van zelf-actualisatie. Als deze ontwikkeling doorzet, dan verandert de focus van een perfect iets naar een perfect zelf.  Dan is er een opkomende doelgerichtheid in iemands bestaan, een bewustzijn van iemands potentieel en een toewijding om iemands leven meer en meer in de stroom van het persoonlijkheidsideaal af te stemmen. Perfectionisme kataliseert het werk van de innerlijke transformatie.

Gezond perfectionisme:

-Sterke behoefte aan ordelijkheid en organisatie

-Accepteren fouten

-Genieten van de hoge verwachtingen, die ouders van hun hebben

-Hebben positieve copingmechanismen om om te gaan met hun perfectionisme

-Hebben volwassenen, die model staan voor “hun best doen”

-Zien inspanning als een belangrijk deel van hun perfectionisme (Groeimindset, Dweck).

Ongezond perfectionisme:

-Constant bang om fouten te maken (Fixed mindset, Dweck).

-Hebben extreem hoge standaarden voor zichzelf

-Hebben het idee dat anderen extreem hoge standaarden voor hun hebben

-Internaliseren negatieve opmerkingen van anderen

-Stellen hun eigen oordelen ter discussie

-Hebben geen effectieve copingstrategien

-Hebben constant bevestiging nodig.

Implicaties van de theorie

De theorie van positieve desintegratie is van grote betekenis voor iedereen die geïnteresseerd is in het onderwijs aan en de begeleiding van hoogbegaafden en naar mijn idee ook hooggevoeligen.
De stelling dat emotionele overprikkeling essentieel is om hogere stadia van ontwikkeling te bereiken, impliceert het onderwijs niet alleen de nadruk zal moeten leggen op intellectuele ontwikkeling, maar net zozeer op de ontwikkeling van het gevoelsleven en de verbeeldingskracht.

Een tweede gevolgtrekking uit de theorie van Dabrowski is dat hoogbegaafden een grote kans hebben om innerlijke conflicten te ontwikkelen, omdat zij meer dan anderen in staat zijn om de discrepantie te zien tussen ‘wat is’ en ‘hoe het hoort te zijn’. In plaats van die conflicten als negatief te zien omschrijft de theorie van Dabrowski ze als uitingen van existentiële strijd: de mens gaat het gevecht aan met zijn beperkingen op de weg naar geestelijke volwassenheid. Daarmee komt de theorie op het gebied van de psychotherapie.

Gedrag van cliënten dat in gangbare therapieën wordt beschouwd als afwijkend of neurotisch, kan in de visie van Dabrowski uitgelegd worden als een teken van innerlijk conflict. In plaats van te proberen dit te corrigeren moet het gebruikt worden als mogelijkheid voor persoonlijke groei.

BRON: UIT DE SENSITIEVE PIONIER VAN MARIAN VAN DEN BEUKEN  ZOMER 2011 EN “GIFTED” 101 SERIES VAN LINDA SILVERMAN.